Wij delen de bezorgdheid over de kwaliteit en veiligheid ...

De erkenning van de psychotherapie als autonoom beroep zal bijdragen tot een kwaliteitsvolle GGZ

Naar aanleiding van het interview met schrijfster Griet Op de Beeck voelden verschillende collega’s zich op sociale media en in de pers geroepen om hun bezorgdheid te uiten over de kwaliteit en veiligheid binnen de geestelijke gezondheidszorg, een zorg die wij vanuit de Belgische Federatie van Psychotherapeuten (BFPT) delen. Wij betreuren echter dat in menige reactie de indruk wordt gewekt dat iedereen die niet behoort tot de groep van klinisch psychologen, klinisch orthopedagogen of artsen als minderwaardig beschouwd dient te worden als het gaat om geestelijke begeleiding en psychotherapie. Dat verdient volgens ons nuance en heroverweging.

Een wetgeving die verwarring zaait

In de meeste reacties wordt benadrukt dat het behandelen van mensen met een mentale ziekte wettelijk beschermd is, en terecht. Deze wetgeving is bedoeld om kwetsbare mensen te beschermen en kwaliteit te waarborgen. Maar in de praktijk heeft de huidige wetgeving juist vaak voor meer verwarring en onzekerheid gezorgd. De eisen die gesteld worden, zoals de vereiste klinische achtergrond, sluiten velen uit die jarenlang gespecialiseerd zijn in geestelijke begeleiding en bij wie terreinervaring net de grootste kracht vormt. De wet, bedoeld als bescherming, heeft in werkelijkheid een kloof gecreëerd tussen de zorgvraag en het daadwerkelijke zorgaanbod, vooral voor mensen die laagdrempelige begeleiding zoeken. De vraag naar psychische ondersteuning is groot, en niet iedereen heeft behoefte aan diepgaande diagnostiek en medische interventie. Voor een groot deel van de bevolking is begeleiding en ondersteuning binnen hun directe leefomgeving van groot belang. Hierin spelen psychotherapeuten een unieke en onmisbare rol.

De zorgvraag van onze diverse samenleving

Ons huidige zorgaanbod is onvoldoende afgestemd op de diverse zorgvraag die onze samenleving vandaag kenmerkt. Om de noden van de bevolking adequaat te beantwoorden, moet de geestelijke gezondheidszorg toegankelijk en gemeenschapsgericht zijn. Hierbij spelen straathoekwerkers, maatschappelijke werkers, begeleiders in asielcentra, zorgleerkrachten en begeleiders van anderstalige jongeren een cruciale rol. Hun terreinervaring en inzicht in de leefwereld van specifieke gemeenschappen maakt hen bij uitstek geschikt om laagdrempelige geestelijke zorg te bieden. In die context zijn psychotherapeuten, vaak afkomstig uit sectoren als maatschappelijk werk en verpleegkunde, waardevol. Hun directe ervaring en opgebouwde expertise vormen de brug tussen de geestelijke gezondheidszorg en de leefomgeving van cliënten. Ze doorbreken barrières, bieden educatie op maat, werken preventief en voeren gerichte interventies uit binnen specifieke gemeenschappen. Psychotherapeuten kunnen laagdrempelige, maar gespecialiseerde zorg bieden die essentieel is voor mensen die geen beroep willen of kunnen doen op intensieve klinische zorg. Toch ontneemt de huidige wet hen deze rol, en dat doet zowel hen als de cliënten die hen nodig hebben tekort.

Behoefte aan erkenning van psychotherapeuten

De Belgische Federatie van Psychotherapeuten pleit voor het volwaardig inzetten van psychotherapeuten, die niet enkel een aanvulling vormen op het klinisch aanbod, maar juist in hun eigen recht waardevolle zorg verlenen. Wij vragen daarom dat psychotherapie als zelfstandige discipline wordt erkend en dat psychotherapeuten een autonome status krijgen binnen de wetgeving op gezondheidszorgberoepen (WUG). Op die manier kunnen psychotherapeuten werken vanuit de kwaliteitsgaranties die binnen hun beroepsgroep zijn vastgelegd en voldoen aan de diverse behoeften van onze samenleving.

Psychologie vs. psychotherapie: twee disciplines, twee rollen

In de kritieken die verschenen, wordt gesteld dat de term ‘therapeut’ niet beschermd is en hiermee wordt geïnsinueerd dat dit leidt tot “kwakzalverij.” Hiermee wordt het unieke karakter van psychotherapie en psychologische begeleiding opzij gezet. Er is namelijk een fundamenteel verschil tussen behandelen en begeleiden: psychologen richten zich doorgaans op diagnostiek en behandeling van mentale ziektes, terwijl psychotherapeuten zich juist toespitsen op (langdurige) begeleiding en ondersteuning van persoonlijke groei en welzijn. Deze begeleiding kan onmisbaar zijn en vereist een gespecialiseerde opleiding en vaardigheden die, inderdaad, niet zomaar in drie weken zijn aan te leren. Maar vergeet niet dat veel psychotherapeuten jarenlange trainingen en praktijkervaring hebben. Het is daarmee onterecht hen gelijk te stellen met ‘ongetrainde’ hulpverleners.

Afsluitend: Psychische begeleiding en zorg kunnen niet vanuit een elitaire benadering beoefend worden, waarbij enkel bepaalde titels recht van spreken hebben. Laat ons streven naar een zorgmodel dat de cliënt centraal stelt, en waarin zowel psychologen, psychotherapeuten als ervaringsdeskundigen hun belangrijke rol mogen spelen.