Voor minister Frank Vandenbroucke zijn de psychotherapeuten & de ondersteunende gezondheidszorgberoepen geen prioriteit ...

Els Van Hoof & Frank Vandenbroucke

Voor minister Frank Vandenbroucke zijn de psychotherapeuten & de ondersteunende gezondheidszorgberoepen op dit moment geen prioriteit ... Dit blijkt uit het antwoord dat hij op 13/10/2023 gaf op de parlementaire vraag die Els Van Hoof (CD&V) op vraag van de Belgische Federatie van Psychotherapeuten stelde aan de minister...

We citeren Els Van Hoof (CD&V):

Mijnheer de minister, over de ondersteunende GGZ-beroepen heb ik al veel vragen gesteld. Periodiek kom ik daarmee terug om naar een stand van zaken te vragen. Dat doe ik in dit geval naar aanleiding van de recente opstart van een opleiding voor psychologisch consulenten in Limburg, waar 500 jongeren zijn gestart, wat duidt op zeer grote interesse voor het beroep. De vraag naar psychologische hulpverlening blijf stijgen. De ondersteunende GGZ-beroepen zijn, omwille de nabijheid die we toch willen creëren en omdat we meer op ambulante zorg willen inzetten, een belangrijk gegeven. Wie een bacheloropleiding heeft gevolgd, kan volgens mij gemakkelijker bij de patiënt aan huis gaan. Daarvoor kunnen we hen inzetten.

Er bestaat echter nog steeds geen duidelijkheid over hun profiel en erkenning. Het advies van de Federale Raad voor geestelijke gezondheidszorgberoepen dateert nochtans al van april 2022. Naar aanleiding van dat advies hebt u aangekondigd dat u het zou analyseren en het nodige overleg zou opstarten. In april 2023 zei u me dat er op dat moment andere prioritaire dossiers waren. Daarom vraag ik mij af hoe het daar nu mee staat.

Daarnaast wil ik ook vragen naar de autonome erkenning van en een duidelijk wettelijk kader voor psychotherapeuten. De wet op de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, de WUG, erkent psychotherapie in principe als behandelvorm, maar behoudt die oefening voor aan klinisch psychologen en orthopedagogen, hoewel er heel wat psychotherapeuten aan de slag gaan. Ik ben daarnaast geen voorstander van lifecoaches die een bordje aan hun huis hangen om te proberen de mensen vooruit te helpen. Ik vind dat de nodige erkenning er moet zijn. Psychotherapeuten hebben soms meer opleidingen bij erkende opleidingsinstellingen gevolgd dan een psycholoog of orthopedagoog. Daarom vraag ik naar een autonome erkenning van de psychotherapeut die degelijk wordt opgeleid, aangezien die behandelvorm in de WUG wordt erkend.

Mijnheer de minister, hoe staat het met de erkenning van de ondersteunende GGZberoepen? Zijn er al nieuwe ontwikkelingen?

Hoe staat u tegenover een autonome erkenning van de psychotherapeut als GGZ-beroep en een duidelijk wettelijk kader binnen de WUG?

Reactie van minister Frank Vandenbroucke (Vooruit)

Mevrouw Van Hoof, u hebt zelf al gezegd dat u hier al vaak op bent teruggekomen. Ik moet u een ietwat frustrerend antwoord geven, omdat ik u op dit ogenblik geen nieuwe ontwikkelingen kan melden in verband met de ondersteunende GGZ-beroepen. De situatie rond de professionele stage voor klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen is complex. Ik geef prioriteit en middelen aan het afronden van dit dossier, opdat de stage van start kan gaan vanaf 2024. Dat is op dit moment mijn belangrijkste zorg in dit specifieke professionele domein. Ik kan u dus nog geen timing geven in verband met het dossier van de ondersteunende GGZ-beroepen noch psychotherapie.

Ik wil mij echter wel engageren voor het volgende: zodra de professionele stage voor klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen ingaat, zullen deze dossiers opnieuw worden opgenomen.

Aanvullende reactie van Els Van Hoof (CD&V)

Mijnheer de minister, de frustratie zit eerder bij de mensen zelf, maar natuurlijk zou ik willen dat het dossier vooruitgaat. Ik heb al wetsvoorstellen ingediend in 2020. Daarna hebben wij het advies afgewacht en nu wachten wij af tot uw kabinet de tijd en de ruimte heeft om het aan te pakken. Dat is niet altijd evident. Ik heb ook nog op kabinetten gewerkt, dus ik kan ervan meespreken. Ik heb tien jaar dat werk gedaan, dus ik weet dat er heel veel werk is, maar ik ben ervan overtuigd – ik zeg dat ook niet zomaar – dat wij hen zeer nuttig zullen kunnen inzetten, omdat voor psychologen en orthopedagogen die ambulante vorm minder evident is. Ik geloof er nogal in dat die bachelors en zelfs de psychiatrische verpleegkundigen in die nabijheid veel beter werk kunnen doen dan wat kan worden gedaan wanneer wij de mensen heel snel naar instellingen en sterke professionele hulp sturen. Wij kunnen ook een besparing realiseren als wij die mensen aan het werk zetten, ook in een erkend zelfstandig kader. Ik hoop echt dat u begin volgend jaar, als de stage loopt en ik u waarschijnlijk opnieuw zal bevragen, zult zeggen dat u het dossier nu onder de loep neemt en dat u hier nog werk van kunt maken voor de verkiezingen. Ik zal er zeker op terugkomen, omdat hier zeer grote nood aan bestaat, zowel bij de patiënten als bij de mensen die dit nuttig werk vandaag verrichten op de arbeidsmarkt.

BijlageGrootte
PDF-pictogram Parlementaire vraag dd 13/10/2023307.59 KB